Producten op alfabet spacer Productgroepen spacer Achtergrond informatie spacer Leveranciers producten spacer Protocollen en richtlijnen spacer Tips and tricks spacer Home pagina
Anti-decubitus producten

Behandeling van decubitus
De belangrijkste aanpak van decubitus ligt in de preventieve sfeer, het voorkomen ervan. Voorkomen van decubitus is echter niet altijd mogelijk, vooral bij ernstig zieke patiënten, en er bestaan daarom verschillende producten zowel voor het voorkomen van decubitus (druk-ontlastende producten) als voor het behandelen van decubituswonden.

Hoe vaak komt decubitus voor ?
De hoogste percentages decubitus worden gevonden op de intensive care afdelingen (25-30%), gevolgd door de Academische ziekenhuizen (15%), omdat daar de ernstigst zieke patiënten liggen. De laagste percentages worden gevonden in de thuiszorg (3.4%). Het onderling vergelijken van decubituspercentages tussen afdelingen en ziekenhuizen is lastig, omdat dat erg afhankelijk is van hoe ziek de patiënten zijn die worden opgenomen, maar ook van de manier van scoren die niet overal uniform gebeurt. Sommige ziekenhuizen tellen voor de prevalentie metingen alle afdelingen mee, ook afdelingen met weinig decubitus risico zoals kindergeneeskunde, oogheelkunde en KNO, andere tellen alleen de risico afdelingen. Sommige ziekenhuizen benoemen decubitus graad 1 en 2 als 'vochtletsels' en tellen het dan niet mee als decubitus, andere ziekenhuizen tellen vochtletsels (gemacereerde huid) wel als decubitus. Maar als het registreren door de jaren heen op dezelfde manier gebeurt binnen een ziekenhuis kunnen de getallen wel worden gebruikt om te zien of het beter of slechter gaat, als maat voor de kwaliteit van de decubituspreventie.

Meer informatie over decubitus is te vinden in:
Nederlandse richtlijn decubitus 2011 en de samenvatting daarvan
NPUAP en EPUAP guideline 2009

In de richtlijnen is meestal weinig praktische informatie te vinden over hoe een decubituswond zou kunnen worden verbonden. Dat komt omdat de richtlijnen zich proberen te beperken tot uitspraken over zaken waarvoor klinisch bewijs is (evidence based medicine). En over wondbedekkers zijn weinig goede studies beschikbaar.

Definitie van decubitus:
Decubitus is een gelokaliseerde beschadiging van de huid en/of onderliggend weefsel, meestal ter hoogte van een botuitsteeksel, als gevolg van druk. Soms wordt de definitie uitgebreid met het zinnetje 'of druk in samenhang met schuifkracht' maar aangezien decubitus bijna altijd over een botuitsteeksel zit (zie afbeelding) is dat een weinig relevante toevoeging.

De voorkeurslokalisaties van decubitus: altijd boven een bot
De voorkeurslokalisaties van decubitus


Graden van ernst
De ernst wordt ingedeeld in vier graden (de Nederlandse richtlijn gebruikt de term categoriën). Dit zijn de makkelijk te onthouden korte termen:

Indeling decubitus in graden (categoriën):
- graad 1 (categorie 1): niet wegdrukbare roodheid
- graad 2 (categorie 2): blaar of ontvelling
- graad 3 (categorie 3): gehele huid tot in subcutis
- graad 4 (categorie 4): onderliggende structuren

De buitenlandse richtlijnen gebruiken de termen graden, stadia (stage) en categorie door elkaar. De Nederlandse richtlijn probeert het begrip categorie te lanceren vanuit de gedachte dat het niet automatisch is dat een decubitus van stadium 1 bij verergering automatisch overgaat naar stadium 2. Vanuit de internationale optiek is de term graad toch de beste omdat de indeling van de brandwonden classificatie is afgeleid en omdat het wel degelijk gaat om een classificatiesysteem dat de mate van ernst wil aangeven. En daarvoor is graad (gradatie) de juiste term. Stadium of stage is een minder gelukkige term omdat dat wel een automatische overgang van het een stadium naar het volgende stadium impliceert (stadia en stagiëring worden bijvoorbeeld gebruikt in de oncologie).


Graad I decubitus: niet-wegdrukbare roodheid bij een intacte huid

Decubitus graad 1: niet wegdrukbare roodheid
Intacte huid met niet-wegdrukbare roodheid in een gelokaliseerd gebied meestal ter hoogte van een botuitsteeksel uitsteeksel. Er kan sprake zijn van een verkleuring van de huid, warmte, oedeem, verharding en pijn. Een donker gekleurde huid vertoont mogelijk geen zichtbare verkleuring. Verdere beschrijving: Het gebied kan pijnlijk, stijf, zacht, warmer of kouder zijn in vergelijking met aangrenzend weefsel. Categorie I kan moeilijk te ontdekken zijn bij personen met een donker gekleurde huid. Dit kan betekenen dat dit personen zijn die risico lopen.

Category I decubitus: non-blanchable erythema
Intact skin with non-blanchable redness of a localized area usually over a bony prominence. Darkly pigmented skin may not have visible blanching; its color may differ from the surrounding area. The area may be painful, firm, soft, warmer or cooler as compared to adjacent tissue. Category I may be difficult to detect in individuals with dark skin tones. May indicate at risk persons.

Decubitus graad 1: niet wegdrukbare roodheid Decubitus graad 1: niet wegdrukbare roodheid
graad 1 decubitus graad 1 decubitus
 
 
Graad II decubitus: verlies van een deel van de huidlaag of blaar

Decubitus graad 2: een blaar of een oppervlakkige ontvelling (partial thickness skin loss)
Gedeeltelijk verlies van een laag van de lederhuid (dermis), waardoor een oppervlakkige open wond zichtbaar wordt met een rood, roze wondbodem, zonder wondbeslag. Kan er ook uitzien als een intacte of open/gescheurde, met vocht gevulde of met serum en bloed gevulde blaar. Verdere beschrijving: Ziet eruit als een glimmende of droge oppervlakkige wond zonder wondbeslag of kneuzing. Deze categorie moet niet gebruikt worden om skin tears, kleefpleister letsel, incontinentie gerelateerde dermatitis (Incontinence Associated Dermatitis of IAD), maceratie of schaafwonden te beschrijven.

Category II decubitus: partial thickness
Partial thickness loss of dermis presenting as a shallow open ulcer with a red pink wound bed, without slough. May also present as an intact or open/ruptured serum-filled or sero-sanginous filled blister. Presents as a shiny or dry shallow ulcer without slough or bruising. This category should not be used to describe skin tears, tape burns, incontinence associated dermatitis, maceration or excoriation.

Let op: er circuleren allerlei verkeerde definities en onduidelijke voorbeelden op internet, maar partial thickness betekent per definitie dat er nog epitheelbronnen aanwezig zijn in de wond en daarmee wordt bedoeld de diepere gedeelten van haarfollikels. Hierin bevinden zich stamcellen waaruit de epidermis kan regenereren. Een full-thickness defect (een ulcus) is dieper dan de haarfollikel en bevat geen epitheelbronnen meer; alle huid moet ingroeien vanuit de randen. Op de hiel en op voetzolen en handpalmen bevinden zich geen haarfollikels en is een defect al snel full-thickness.

Decubitus graad 2: een blaar of een oppervlakkige ontvelling (partial thickness skin loss) Decubitus graad 2: een blaar of een oppervlakkige ontvelling (partial thickness skin loss)
decubitus graad 2 (blaar) decubitus graad 2 (ontvelling)
 
 
Graad III decubitus: verlies van een volledige huidlaag (vet zichtbaar)

decubitus graad 3: verlies van de volledige huid (full thickness skin loss)
Verlies van de volledige huidlaag. Subcutaan vet kan zichtbaar zijn, maar bot, pezen en spieren liggen niet bloot. Wondbeslag kan aanwezig zijn. Ondermijning of tunneling kunnen aanwezig zijn.   Verdere beschrijving: De diepte van de categorie III decubitus varieert per anatomische locatie. De neusbrug, het oor, het achterhoofd en de enkel hebben geen subcutaan (vet)weefsel en categorie III decubitus kan daarom oppervlakkig zijn. Daar tegenover staat dat gebieden met een grote hoeveelheid vet extreem diepe categorie III decubitus kunnen ontwikkelen. Bot en pezen zijn niet zichtbaar of direct voelbaar.

Category III decubitus: full thickness skin loss
Full thickness tissue loss. Subcutaneous fat may be visible but bone, tendon or muscle are not exposed. Slough may be present but does not obscure the depth of tissue loss. May include undermining and tunneling. The depth of a category III pressure ulcer varies by anatomical location. The bridge of the nose, ear, occiput and malleolus do not have (adipose) subcutaneous tissue and category III ulcers can be shallow. In contrast, areas of significant adiposity can develop extremely deep category III pressure ulcers. Bone/tendon is not visible or directly palpable.

decubitus graad 3: verlies van de volledige huid (full thickness skin loss) decubitus graad 3: verlies van de volledige huid (full thickness skin loss)
decubitus graad 3 decubitus graad 3
 
 
Graad IV decubitus: verlies van een volledige weefsellaag (spier/bot zichtbaar)

decubitus graad 3: verlies van de volledige huid (full thickness skin loss)
Verlies van een volledige weefsellaag met blootliggend bot, pezen of spieren. Een vervloeid wondbeslag of necrotische korst kan aanwezig zijn. Meestal is er sprake van ondermijning of tunneling. Verdere beschrijving: De diepte van de categorie IV decubitus varieert per anatomische locatie. De neusbrug, het oor, het achterhoofd en enkel hebben geen subcutaan (vet)weefsel en deze decubitus kan oppervlakkig zijn. Categorie IV decubitus kan zich uitbreiden in de spieren en/of ondersteunende structuren (bijvoorbeeld fascia, pezen of gewrichtskapsel), waardoor gemakkelijk osteomyelitis of osteitis ontstaat. Blootliggend bot/spierweefsel is zichtbaar en direct voelbaar. Categorie IV decubitus kan zich ook onder een intacte huid manifesteren.

Category IV decubitus: full thickness tissue loss
Full thickness tissue loss with exposed bone, tendon or muscle. Slough or eschar may be present. Often includes undermining and tunneling. The depth of a category IV pressure ulcer varies by anatomical location. The bridge of the nose, ear, occiput and malleolus do not have (adipose) subcutaneous tissue and these ulcers can be shallow. Category IV ulcers can extend into muscle and/or supporting structures (e.g., fascia, tendon or joint capsule) making osteomyelitis or osteitis likely to occur. Exposed bone/muscle is visible or directly palpable.

Decubitus graad 4: verlies van de volledige huid (full thickness skin loss) met spier en/of bot zichtbaar Decubitus graad 4: verlies van de volledige huid (full thickness skin loss) met spier en/of bot zichtbaar
decubitus graad 4 decubitus graad 4
 
 
Preventieve maatregelen bij decubitus

1. Voorlichting aan de patiënt mondeling en folder
2. Scoren. Scoren is bekijken van de risico plekken en het inschatten van het risico
3. Wisselligging toepassen à 4 uur. Voorkom langdurige immobiliteit (indien mogelijk).
4. Bij zitten in de stoel: zorg voor goede stoel, met zacht kussen en voldoende ondersteuning en juiste hoogte van de zitting en eventuele armleuningen.
Druk verdelen over een groot oppervlak. Er bestaan ook speciale antidecubitus stoelkussens (Prima, Tempur, Roho)
5. Zorgen voor goede kwaliteit matrassen, dik schuim, op alle bedden en op alle behandeltafels
6. Hielen vrijleggen (b.v. door middel van een kussen onder de kuit)
7. Hielen beschermen (door speciale decubitus hiel hulpmiddelen)
8. Dekenboog aanbrengen bij patiënten die langdurig bedrust krijgen
9. Inwerking van vocht, urine, faeces op de huid voorkomen. Huid goed schoon en droog houden.
Bij incontinentie passende incontinentiematerialen gebruiken
10. Droge huid kan met een licht vettende crème worden ingesmeerd.
Nattende smettende huid kan ingesmeerd worden met een crème met 20% zinkoxide er in of met zinkoxidesmeersel FNA.
Bij schimmelinfectie miconazol crème toevoegen aan de lokale therapie.
11. Bij verhoogd risico op decubitus kan een speciale antidecubitus matras worden ingezet. Bijvoorbeeld:
- Tempur (standaardmatras) - geeft voldoende basispreventie. Wisselligging à 4 uur.
- Primo - heeft een stuitsensor, maximaal 150 kg. Continue lage druk, wisselligging à 4 uur toepassen
- Duo - bij immobiliteit, maximaal 150 kg. Continue lage druk of wisseldruk.
- TotalCare (standaard bed intensive care), max 226 kg
- TotalCare Sp)2RT - bij immobiliteit en pulmonale problematiek, maximaal 226 kg. Wisselhouding kan worden ingesteld. Ook in rechtopzittende houding.
- Klinitron AF(air fluidised), 'zandbed' - bij immobiliteit, indicatie graad 4 decubitus, maximaal 160 kg.
- Pro-Axis bed voor patienten zwaarder dan 180 kg
Kinderbed
- Klinirest Pedi
- Duo kindermatras (aangepast)
12. Zorg voor een goede voedingstoestand
13. Bed moet schoon en droog zijn, gladde onderlaag, geen vouwen of kreukels
14. Patiënt moet gladde, niet knellende, soepel en schone kleding dragen
15. Let op slangen van katheter, beademing en lijnen, kunnen druknecrose geven.


Primo antidecubitus matras Duo antidecubitus matras
Primo anti-decubitus matras Duo anti-decubitus matras
  
Hillrom antidecubitus bed Klinitron air-fluidized antidecubitus bed
Hillrom anti-decubitus bed Klinitron anti-decubitus bed
  
Roho anti-decubitus stoelkussen met afzonderlijk instelbare noppen Roho Airlite anti-decubitus stoelkussen
Roho stoelkussen Roho Airlite stoelkussen
 
 
Links naar tabel met bestelinformatie:
 - Anti-decubitusproducten
 - Decubitusbedden
 - Decubitus matrassen
 - Zitkussens
 - Hielbeschermers
 - Schapenvachten
 - Schuimverbanden
 - Hydrocolloidverbanden (dikke soort)


Behandeling van decubituswonden
Er zijn vele behandelingen mogelijk, de keuze hangt af van het aspect van de wond, de diepte, de hoeveelheid exsudaat, de locatie, en vele andere factoren. Hier volgen een aantal behandelopties:

1. geen behandeling, alleen vrijleggen
2. zinkoxide smeersel FNA
- er omheen
- op het gehele gebied
3. Cavilon spray op de omgevende huid
4. Conveen Critic Barrier crème
- op het gehele gebied
5. Een schuimverband (b.v. eilandpleister met plakrand)
6. Een hydrocolloid verband (b.v. Duoderm)
7. De wond opvullen met 1 van de volgende producten (volgorde van hydraterend naar absorberend):
a. een hydrogel (b.v. Nugel, IntraSite gel)
b. een hydrofiber (Aquacel)
c. een hydrofiber met zilver (Aquacel Ag)
d. een alginaat (b.v. Kaltostat)
8. En dit geheel afdekken met (op volgorde van absorptievermogen):
a. een folie (b.v. Tegaderm)
b. een zelfklevend schuimverband
c. een hydrocolloid verband
d. een hydrofiele gaaslaag + fixerend verband of pleister
e. een extra absorberend verband (Exsupad)
9. EUSOL-paraffine gazen 2-3 keer per dag
10. NaCl gazen 3 x per dag
11. Vet gaas met een droog gaasverband eroverheen
12. Siliconengaas (Mepitel) met een droog gaasverband eroverheen
13. Hydrogel met een droog gaas eroverheen (en een vetgaas er tussen)
14. Een geurabsorberend koolstofverband (Carboflex, Actisorb)
15. Metronidazol gel 1%
16. Necrotectomie / Wondtoilet
17. VAC therapie (negatieve druk therapie)
18. Plastisch chirurgische interventie (b.v. plastiek)


Cavilon barrière spray Conveen Critic Barrièr Cream
Cavilon barrière spray Conveen Critic Barrièr Cream
  
Allevyn Gentle Border Sacrum Allevyn Gentle Border MultiSite
Allevyn Gentle Border Sacrum Allevyn Gentle Border MultiSite
  
Duoderm Signal Sacrum Duoderm Signal Heel
Duoderm Signal Sacrum Duoderm Signal Heel
 
 
home
bezoekers: 24-05-2021