Krill is de naam voor een verzameling van kleine garnaaltjes (
Euphausia superba) en kreeftachtigen die in grote hoeveelheid voorkomen in de poolzeeën en dienen als voedsel voor walvissen. De spijsverteringsenzymen uit deze garnaaltjes zijn bijzonder krachtig en werken onder lage temperaturen. Van een garnaal die sterft blijft in korte tijd niets anders over dan een omhulsel gevuld met sap. Dit komt omdat de enzymen in korte tijd al het weefsel afbreken. De krill enzymen (krillases, kril peptidases) zijn in de jaren 80 uitvoerig onderzocht, vooral in Scandinavië, en beschreven in biochemische tijdschriften vanwege hun bijzondere eigenschappen. Krill enzymen zijn onder andere gebruikt om de vernislagen van oude schilderijen te verwijderen. Zweedse farmaceutische bedrijven zoals Pharmacia en Medisan hebben onderzoek gedaan naar de toepassing van krill enzymen als proteolytische wondreiniger.
Hieronder ziet men dat een stukje weefsel inderdaad kan snel oplossen in krill-enzym preparaten:
|
|
Controle (NaCl) |
krill enzymen 0.06 U/ml |
|
|
krill
enzymen 0.6 U/ml |
krill enzymen 3 U/ml |
Het probleem van de enzympreparaten is dat ze in
vitro en in proefdieronderzoek effectief zijn maar dat
het effect op de wonden waar ze voor bedoeld zijn
(necrotische ulcera, zoals het ulcus cruris venosum,
decubitus ulcera en andere chronische ulcera) tegenvalt.
De bovengenoemde preparaten zijn in de periode 1980-2000
getest in dubbelblinde gerandomiseerde klinische
studies, vergeleken met placebo en bleken niet
significant effectief. Vervolgens zijn ze geleidelijk
van de markt gehaald in de meeste Europese landen. De
reden dat het niet werkt bij chronische ulcera is
waarschijnlijk dat wondvocht van chronische ulcera van
nature al een hoge concentratie proteolytische enzymen
bevat en dat het toevoegen van nog meer enzym van
buitenaf daar weinig aan toevoegt.
De proteolytische enzymen die van nature in grote
hoeveelheden aanwezig zijn in chronische ulcera
verklaren ook waarom het nooit gelukt is om met
groeifactoren de wondgenezing te stimuleren in
chronische ulcera. Groeifactoren zijn eiwitten en die
worden in korte tijd afgebroken door de proteolytische
enzymen (metalloproteinasen) in wondvocht. Er zijn
inmiddels ook producten op de markt die de enzymen in
wondvocht kunnen remmen (zie onder
metalloproteinaseremmers) en er zijn testkits op de
markt (
WoundChek) waarmee de proteolytische activiteit
in wondvocht kan worden gemeten. De gedachte achter het
meten van enzymactiviteit in chronische wonden d.m.v.
een testkit is dat een hoge activiteit niet goed is voor
de genezing en geremd zou moeten worden met MMP-remmende
producten. Het is niet zeker of die hypothese klopt, er
zijn geen randomized controlled trials verricht die
aantonen dat MMP-remmers effectief zijn in chronische
ulcera.